De Wereldgezondheidsorganisatie raadt aan om baby\’s uitsluitend borstvoeding te geven tot ze 6 maanden oud zijn. Vanaf het einde van de eerste vier levensmaanden tot het kind zes maanden oud is, moet borstvoeding worden gegeven om het kind vertrouwd te maken met nieuwe smaken. Het opnemen van niet-zuivelproducten in de voeding kan ondervoeding en latere voedingsproblemen voorkomen. Het dieet van een kind moet voldoende groenten, vlees, vis, granen en fruit bevatten. Baby\’s moeten leren hoe ze voedsel in de mond kunnen bewegen, hoe ze met een lepel kunnen eten en hoe ze correct kunnen slikken.
Het dieet van de zuigeling moet gevarieerd zijn en veel groenten bevatten. Begin met wortels en aardappelen, geef daarna gerust zoete aardappelen, broccoli, erwten en spinazie. Neem vervolgens vlees. Rundvlees, kalfsvlees, kalkoen en konijn zijn het meest geschikt. Rood vlees bevat meer ijzer dan wit vlees en voorkomt bloedarmoede en immuunstoornissen. Koemelk blijft een belangrijk onderdeel van het dieet van kinderen jonger dan één jaar, of ze nu borstvoeding of flesvoeding krijgen, omdat het een bron van calcium, ijzer en vitamine D is. Ouders moeten ervoor zorgen dat voedingsmiddelen niet gezoet of gezouten zijn, en als kinderen gewend raken aan sterk voedsel, zullen ze normaal gezond voedsel dat niet gearomatiseerd is, afwijzen.
Het immunologische venster is een speciale periode tussen vier en zes maanden waarin het gepast is om voedingsmiddelen in het dieet te introduceren die allergische reacties kunnen veroorzaken. Hieronder vallen hele eieren, aardbeien, selderij, glutenbevattende granen, vis en melk. Vooral vis moet vroeg in het dieet worden opgenomen, omdat het omega-3 vetzuren bevat, die een noodzakelijke bron van jodium zijn.
Lepels, borden, kommen, styes, doekjes, staafmixer, keukengerei en stoompan moeten klaarliggen voor de eerste voeding.
Borstvoeding tijdens het eerste levensjaar is echt belangrijk en je moet ervoor zorgen dat je de juiste voeding kiest, dat ze vers is en de juiste voedingsstoffen bevat.