Ik hoor oudere mensen vaak tegen jongere mensen zeggen dat ze de technologie van tegenwoordig niet begrijpen en dat het op hun leeftijd niet meer mogelijk is om nieuwe dingen te leren. Dit is natuurlijk verkeerd. De oma\’s en opa\’s van vandaag zijn perfect in staat om computers te gebruiken. Ze weten bijvoorbeeld hoe ze gordijnen moeten weven, vogelhuisjes in elkaar moeten zetten, nieuwe recepten voor toetjes, verkoopfolders van supermarkten en andere interessante weetjes.
In hun vrije tijd brengen ze tijd door met familie en vrienden. Niet alle dierbaren zijn echter bij de hand. In zulke gevallen zijn sociale netwerksites en programma\’s die videogesprekken aanbieden goede opties. Het is ook bijna onmogelijk om rechtstreeks met hun kleinkinderen in bijvoorbeeld Canada te spreken. Daarom zijn ze gedwongen om nieuwe vaardigheden in hun grijze hersenschors te implanteren en online te gaan op sociale media.
Daar is niets moeilijks aan.
Wat is er nodig om online actief te zijn?
– De basisstap naar online status is het opzetten van een profiel op sociale netwerksites en videochatprogramma\’s. Zoek dus die websites. Om een profiel aan te maken, moet je basisinformatie invoeren zoals voornaam, achternaam, telefoonnummer en e-mail. Vervolgens bevestig je dat je een account hebt aangemaakt via je telefoonnummer of e-mailadres.
– Je kunt nu zoeken naar familie en vrienden en ze toevoegen aan je contacten. Wacht vervolgens tot ze je vriendschapsverzoek bevestigen.
– Om online te gaan, moet je inloggen. Je kunt dan zien welke familieleden en vrienden op dat moment online zijn.
Hiermee start je een gesprek. Of je de voorkeur geeft aan schriftelijke communicatie boven mondelinge communicatie is aan jou. Als je kleinkinderen ergens in het buitenland hebt en ze lang niet hebt gezien, is videochat natuurlijk altijd beter. Een webcam is immers beter dan een foto om in de gaten te houden hoe het met je kleinkinderen gaat.